KLUB KWINK   
Klub Kwink was een Voorburgs Ontmoetingscentrum voor Jongeren. Dit houten gebouwtje lag aan het Zwartepad nummer 2, achter De Fjord in het oude centrum van Voorburg.

Burgemeester Feith opende op 18 november 1967 met een kwinkslag en een toespraak het nieuwe ontmoetingscentrum. Daaraan voorafgaand was een prijsvraag georganiseerd om een passende naam te verzinnen.

De uitslag werd bekend gemaakt in De Fjord en Wil Bentvelzen, de bedenker van de naam 'Kwink', ontving hiervoor de vorstelijke prijs van 250 gulden.

In het inmiddels veel te kleine De Fjord traden ter verhoging van de feestvreugde op: Dupe 4, The Sandy Coast, Margie Ball and The Gamblers, The Limits, Hush Bubbles, Aerial Zest, The Simple Souls, Loving Flavor, The Jet Set en The Scarlets.

In het spiksplinternieuwe Kwink traden die avond op: Picasso’s, Rob Roelofse, Erik Weenink, Jan van Veen ( van Veronica ) en Henny van der Put.

Een plaatselijk schoolkrantje meldt in de zomer van 1967 de opzet van Club Kwink: “Jongeren krijgen gelegenheid hier elkaar te ontmoeten, besprekingen te houden, huiswerk te maken of een spelletje (schaak etc.) te spelen. Het zal elke dag geopend zijn van 15.30 uur tot 23.00 uur en dient als startplaats voor kunstzinnige uitingen: cabaret, zang, teach-ins, kursussen.”

In de loop der tijd zou het dagelijks aanzien van Kwink toch minder braaf blijken te worden en de geur van een vers kopje thee zou al snel plaats maken voor andere geestverruimende Oosterse geuren.

De dagelijkse leiding was in handen van de jeugdwerker Jan Timmer, die met Ed Wagemans en Ed van Bunge evenementen organiseerde om de tieners positief bezig te houden: zelf meegebrachte plaatjes draaien in Kwinks Discobar, modeshows, boks- en voetbalwedstrijden. Voorzitter van de Raad van Jongeren was Johan van Boven, die in 1968 een groot tafeltennistoernooi organiseerde. Miss Kwink 1968, de charmante Malinda Menger, reikte de prijzen uit.

Ongeorganiseerde evenementen waren er soms ook: Tijdens een grote vechtpartij met Leidschendamse jeugd verbroederden de strijdende partijen zich tijdelijk en vielen met z’n allen de inmiddels gearriveerde politie aan. Die kwam niet verder dan de voordeur, omdat de bierflessen door de lucht vlogen. Daarna werd de bierverkoop definitief stopgezet.

Christ Stuur, ambtenaar Culturele Zaken, heropende Kwink na een grote verbouwing in januari 1969 met een tentoonstelling van een viertal jeugdige Voorburgse creatievelingen: Renée van Dam, Louis Engels, Hans van de Siepkamp en Hans Lukkien.

De eindverantwoordelijke, de heer de Graaf, nodigde een aantal jongeren uit die met de verbouwing hadden meegeholpen om een vakantieweek door te brengen in Vorden op de Veluwe. Op de Puch, Tomos of in het ergste geval de Mobylette ondernamen zij die reis. Op foto’s herkennen we tussen de harde werkers Pieter Zijlstra, John van Velzen, Ruud Wijnveldt, Peter Zweedijk, Jaap Brandwijk, Wil Bentvelzen, Wijnand Lensvelt, Hans Meijerink, Jan Steen, Rex Otten, Ron de Man en vele anderen. Dat enkelen de opleiding Hout aan de LTS hadden gevolgd, berust op louter toeval, maar kwam bij de verbouwingen wel goed van pas!

Bij het zien van de foto’s uit Vorden merkt Pieter Zijlstra op: ” Voor zover ik weet is het de eerste verbouwing geweest, waarvoor als beloning het zomerkamp werd georganiseerd.

Er is toen in Kwink een bar gemaakt en de zit- ligbanken zijn getimmerd. Ook de garderobe en het sanitair zijn toen tot stand gekomen. Overigens had ik helemaal niet mee getimmerd aan de verbouwing van het Kwinkgebouw. Ik liep er toevallig te kijken en toen ik de heer de Graaf tegen het lijf liep zei deze: "Jij gaat ook mee."
Toen wij op het terrein van boer Pellenburg in Vorden aankwamen, werden wij door de kampleiding meteen bekend gemaakt met de huisregels. Hennie Haverkamp zei vervolgens dat ie er niks meer mee te maken wilde hebben. Hij startte zijn Puch en is rechtsomkeert naar huis gereden. Een van de regels was, dat het niet was toegestaan meisjes mee in de tent te nemen. Deze te laten overnachten werd ten strengste verboden. Met andere woorden, verboden te *euken. Iemand heeft toen voor de grap ongebruikte condooms in de toilettas van de assistent van meneer de Graaf gedaan.

's Morgens kwam die assistent ontdaan in ontbloot bovenlijf met zijn tasje de grote tent binnenvliegen, waar wij ontbeten. Wij lagen in een deuk. “De onderste steen moet boven komen”,riep hij, maar meneer de Graaf suste de boel en de dader bleef op het kerkhof. Verder kreeg Jan Steen nog een pan hete soep over zijn lijf en daarom zie je hem op de foto op een stretcher liggen. De leiding en de barmedewerkers van Kwink waren tot die tijd keurige jeugdleiders/kerkvertegenwoordigers. Pas na de heropening werden mensen uit onze eigen kring aangesteld zoals Cok Bekkering, Frans Wayers en de barmeisjes.

Vervolgens brak een nieuwe periode aan. Drugs werden openlijk gebruikt en verhandeld. De heer de Graaf kwam een keer binnen en sprak zijn bezorgdheid uit. Hij werd weggehoond. De kerkelijke en gemeentelijke delegaties trokken zich terug, wilden en konden daar de verantwoordelijkheid niet meer voor nemen.”

Op zondagmiddag stond het Kwinkprogramma in het teken van Soulmuziek.

De liefhebbers daarvan waren herkenbaar aan hun zorgvuldige kledingstijl, die nogal afweek van wat de hippies droegen. Populaire Soul werd gemaakt door artiesten als Wilson Pickett, Otis Redding en Sam and Dave. Nogmaals Pieter Zijlstra: “Mijn uiterst nette Soulkleding riep merkwaardige reacties op bij andersdenkenden. Toen ik na een zondagmiddag vol Soulmuziek tevreden huiswaarts keerde, merkte ik dat mijn geparkeerde paraplu tot de nok toe gevuld was met de inhoud van het afvalbakje uit het damestoilet.” 

De naam van de club was rond 1969 inmiddels gemoderniseerd tot Klup Kwink en daarmee veranderde ook de sfeer. Het werd een echte hippietent en als je niet blowde, hoorde je er niet bij. In 1971 hield Kwink op te bestaan en ontmoette de Voorburgse jeugd elkaar bij mooi weer aan de vijver in Park Vreugd en Rust of in IJssalon 'het Centrum' aan de Parkweg en in die van de Italiaanse familie Zangrando aan de Herenstraat. Op koudere dagen troffen de vrienden en vriendinnen elkaar in de Factory in Den Haag, Pinter in de Kerkstraat te Voorburg en in de koffieshop van Steven in de Wielemakersslop.

P and P SOUL DANCE DISCOTHEEK
Peter Zweedijk (1951) en Peter Kersbergen (1949) kennen elkaar uit 'Klup Kwink' en zaten beiden op de LTS. In 1967 besloten zij om het draaien en aan elkaar praten van zelf meegebrachte grammofoonplaatjes in Kwink een professioneler aanzien te geven. Kersbergen, die in 1967 bij de bouw van Kwink al had getoond handig met hout te zijn, ontwierp en bouwde een geheel demontabele en compacte constructie waarin plaats was voor twee Dual draaitafels, een bandrecorder, een mixer, twee hengels met Sennheiser-microfoons en een Dynacord versterker. Het geheel werd aangevuld met zangzuilen die van René and his Alligators afkomstig waren en vervolgens werd de hele voorkant van de discotheek beschilderd door Hans van de Siepkamp.

Met in gedachten het grote voorbeeld van de Veronica Drive In Show, werd de naam Kwinks Drive In Show gekozen.

Peter Zweedijk: ”We waren in het begin alleen in Klup Kwink actief, maar later kwamen we daar los van, toen we op scholen, in sportkantines en andere zalen in de Randstad gingen optreden. In de laatste jaren van ons bestaan werkten we samen met de Voorburgse band Full Fresh. Onze naam hadden we eerder al veranderd in P en P Soul Dance Discotheek en we draaiden in de pauzes van de band Full Fresh. Dat was toen nog niet zo gebruikelijk als later, in de jaren 70.”

Kersbergen: “Op een zware as en een zelfgelast onderstel maakte ik van het hout uit de opslagplaats van mijn vaders kolenzaak een grote aanhanger. Met de Opel Record trokken we het geheel van het ene naar het andere optreden. Daar is nog een mooie foto van.

We hadden ook een lichtshow, die door Hans Romijn zelf was gebouwd. Hij maakte houten bakken, monteerde daar als handige LTS-er lampfittingen en schakelaars in en heeft, tot wij er in 1970 mee stopten, met ons meegewerkt.

Zweedijk: “De muziek die wij draaiden was natuurlijk heel dansbaar. Een tijdlang is Soulmuziek heel populair geweest, noem ze allemaal maar op: Otis Redding, Wilson Pickett, Sam and Dave, Aretha Franklin. Ook organiseerden we in Kwink wel speciale thema-avonden waarin dan alleen Beatles of Stones werden gedraaid. We hadden zo’n 150 grammofoonplaten, singles en LP’s. Bakken vol. Ik heb ze nog! Als we na een avond thuiskwamen, sjouwde ik me ook helemaal suf om alles drie etages hoog op zolder op te bergen. We keken wat er op de Hitparade van Radio Veronica stond en die platen kochten we gewoon in de winkel. Bij Bolland in de Herenstraat werden we wel eens met de prijs gematst, maar we kregen beslist geen platen cadeau om te pluggen.”

Peter Kersbergen: “Als we in Kwink draaiden, kregen we daarvoor niet betaald. Later, toen we meer actief in de Randstad werden, kregen we wel betaald. Zo tussen de 50 en 150 gulden leverde dat toen op.”

Toen Kersbergen in 1970 in militaire dienst moest, hield P en P Soul Dance Discotheek op te bestaan. Peter Kersbergen verkocht zijn installatie en hield zich naast zijn vaste werk bezig met het vervaardigen van op maat gemaakte flightcases. Ook werden hij en Onno Mulder van het Haags Muziek Centrum met hun eigen installatie inclusief de Revox 16 sporen bandrecorder ingehuurd om het geluid voor diverse artiesten te verzorgen.

Peter Zweedijk: “Zelf kocht ik een VW bus en daarmee heb ik vele bands vervoerd. In een later stadium is het rijden met personenbusjes mijn werk geworden. Ook buiten mijn gewone werkkring ben ik nog lang als DJ actief gebleven.”

Op de vraag aan welke periode zij met het meeste plezier terugdenken, antwoorden P&P eensgezind: “ De muziekavonden in Kwink!”

Foto's en personen:


Zomerkamp Kwink 1967

1 - Pieter Zijlstra

2 - Ruud Wijnveldt

3 - Rex Otten

4 - Wijnand Lensvelt

5 - Peter Zweedijk

6 - Hans van de Siepkamp

7 - Henk de Gier

8 -

9 - Ron de Man

10 - Dhr. de Graaf

11 - Jaap Brandwijk

12 - Jan Steen

13 - John van Velzen

14 - Wil Bentvelzen

15 - Hans Meijerink

16 - Hennie Haverkamp (Knebbel)

Grotere foto is te zien onder de knop FOTOS !


Zomerkamp Kwink 1967

1 - Pieter Zijlstra

2 - Arris Oskam

3 - Peter Zweedijk

4 - Wil Bentvelzen

5 - Wijnand Lensvelt

6 - Rex Otten

7 - Jaap Brandwijk

8 - Hans de Meijerink

9 - Henk de Gier

10 - John van Belzen

11 - Ron de Man

12 -

Grotere foto is te zien onder de knop FOTOS !


Kwink 1970 - Foto Hans Lukkien, Yashica-4x4

1-

2-

3-

4-

5-Frouke Schipper

6-Rudy Cantineau

7-

8-Daan Uitenbroek

9-

10-Dick Verboom

11-

12-Edward Kuiper

13-Jos van Kuijen

14-

15-Ed Wagemans

16-

17-Zolie Kortbeek

18-Norbert van Westrienen

19-Onno Nanninga

20-Jan Blom

21-

22-

23-

24-

25-Ruud v.d. Akker

26-Rob Hesselman

27-Willem Frens

28-Cor van Hoorn

29-Josephine Welter

30-Peter van 't Hart

31-Ricky Palm

32-Hans v.d. Siepkamp

33-Erik-Jan Vink

34-Cok Bekkering

35-

36-

37-Sjef Wanders

38-Frans Smeenk

39-Frank Andela

40-

41-Margriet Krijgsman

42-Gerard Kokshoorn

43-Jan-Hein v.d. Lugt

44-Frans Waayers

Grotere foto is te zien onder de knop FOTOS !

 

Mijn Kwinkjaren. (Jayanti (Jetty) van der Meer)
Op de vlucht voor de verstikkende sleur van mijn ouderlijk huis en op zoek naar een nieuwe familie, trok ik op een avond in 1967 de stoute schoenen aan en bracht mijn eerste bezoek aan Klub Kwink, dat een nieuw jongerencentrum was in het oude deel van Voorburg. Ik was vijftien en durfde nauwelijks om me heen te kijken toen ik de onbekende ruimte, die zoveel jaar mijn tweede thuis zou worden, binnentrad. Ik ging snel op een barkruk zitten en maakte kennis met Appie Schoenmaker, die achter de bar stond. Hij begon een geanimeerd gesprek met mij, waardoor ik me snel op mijn gemak voelde. Appie werd mijn eerste maatje in Klub Kwink. Hij heeft me wel eens thuis gebracht toen ik op een schoolfeest van het Maartens lyceum teveel gedronken had en tegen de vlakte ging. Appie is op een gegeven moment van het toneel verdwenen.

Als ik mijn ogen sluit en terug denk aan die begintijd van Klub Kwink, dan zie ik eerst het Zwarte laantje waarlangs je binnen kwam. Kwink lag op een soort binnenplaatsje en was een laag L-vormig gebouwtje. Je moest er eerst omheen om bij de ingang te komen en daar stonden ook de fietsen en brommers van de bezoekers. Ik kan me niet meer zo duidelijk de ingang herinneren, maar wel het interieur dat uit skai leren banken bestond die rondom langwerpige houten tafels stonden.

Ik probeer de gezichten voor me te zien van de bezoekers waar ik in die eerste periode mee om ging. Ik zie Hans van der Siepkamp, Olivier Weers, Knebbel en natuurlijk Ton den Hollander. Met Ton heb ik in de loop der jaren veel meegemaakt. Hij was een echte kameraad. Wat hebben we rare dingen gedaan met elkaar, zoals op een avond het plan opvatten om zomaar ergens naartoe te liften. We belandden om middernacht in een buitenwijk van Utrecht waar we de nacht doorbrachten bij een voorbijgaande jongeman, die we vanwege zijn lange haar tot het toffe deel van de mensheid rekenden. We mochten wel op het vloerkleed slapen in de woonkamer van het huis van zijn ouders, die er niet waren.

Ik kwam elke dag in Kwink. Meestal even na school en bijna elke avond.

Als je me vraagt wat we daar deden, dan weet ik dat niet meer. Op een gegeven moment was iedereen aan het eenentwintigen. Er werd ook veel geschaakt. Het was de tijd van disco en soulmuziek. We droegen strakke broeken met wijde pijpen en plateau zolen. Overhemden met hoge boorden en lange punten.

Ik herinner mij het vriendje van Eva Dekkers, de zus van mijn vriendin Marian. Hij had een kroeskop en omdat hij lang en dun was stonden die soulbroeken hem superstrak. Natuurlijk kwamen er allerlei meisjes in Kwink. Daarvan herinner ik mij Margriet het beste. We gingen dansen in Tiffany’s in Scheveningen en Club 192, waar ze Sam & Dave draaiden en de Swinging Soul Machine. Ook waren er een paar clubs in Voorburg en Leidschendam waar we heen gingen maar daar weet ik de namen niet meer van. Mijn moeder riep altijd als ik weg ging “kom niet te laat thuis” maar meestal kwam ik pas om 2 uur ’s nachts aankakken. Muziek was belangrijk voor de meeste bezoekers van Kwink. Er waren veel gasten die zelf muziek maakten, zoals de band Summer. Met Fransje Waijers heb ik een keer liggen zoenen op het bed van Hans van der Siepkamp. We hadden geen idee wat we nog allemaal zouden gaan meemaken in het leven. We zaten vol idealen over vrijheid en geluk. Het was een tijd van vernieuwing. Oude normen en waarden werden overboord gezet en onze ouders waren het levende voorbeeld van hoe we het in ieder geval niet wilden! De seksuele revolutie brak door. In Amsterdam sliepen hippies in het Vondelpark. ‘Make love not war’ was het credo en ik begon als jonge tiener steeds meer te genieten van alle nieuwe spannende ervaringen.

Ik was altijd wel op een jongen verliefd. Mijn agenda’s (die ik nog steeds heb) stonden vol met in kleurige letters geschreven jongensnamen. Met een aantal van die jongens heb ik gezoend en verkering gehad, maar de liefde was kort en vluchtig. Het was een tijd van ontdekken en onderzoeken. Ik was eigenlijk zo groen als gras en vond verliefd zijn en een beetje zoenen erg spannend. Met Rob Wezepoel, de bassist van Summer heb ik nog een keertje in zijn auto zitten zoenen. Ik was toen heel verliefd op hem, maar de volgende dag keek hij me niet meer aan. Zo ging dat. Je zoende met die en dan weer met die, maar van serieuze verkering kwam niet zoveel.  

Met Ton ben ik een keer op de Puch naar Amsterdam gereden waar een concert was van Pink Floyd. We konden er echter niet in, want het was uitverkocht. We hebben in een plantsoentje geslapen. Alles kon in die tijd.

Met Hans van der Siepkamp en Hans Lukkien vormde ik op een gegeven moment een kunstkring ‘Melusie’ (Meer, Lukkien, Siepkamp). Ik kon wel aardig schilderen en we hadden een expositie in Voorburg georganiseerd. Het is nooit verder gekomen dan die ene keer, maar zo ging dat in die tijd. Creatieve initiatieven bloeiden op en stierven even snel weer af.

Wanneer ik ben begonnen met blowen weet ik niet meer. Opeens begonnen we met stickies roken. Ik rookte samen met Marian Dekkers en we kregen een enorme lach kick over koeien, die we op en neer zouden schudden zodat het slagroomkoeien werden en als we ze aardbeien te eten gaven, dan hadden we aardbeienslagroom en als we de koeien in de vriezer zouden zetten hadden we aardbeienijs. Enzovoorts. Het begin van hasjiesj en marihuana roken was heel onschuldig en vooral grappig.

Gaandeweg veranderde de sfeer in Kwink. Er werd andere muziek gedraaid. Deep Purple, Jefferson Airplane, Soft Machine, Moody Blues. De skai leren bankjes met de houten tafels werden gesloopt en daarvoor in de plaats kwamen luie banken, fauteuils, oude tapijten, lage tafeltjes met kaarsen en er werd thee gedronken in plaats van bier. We hingen in de luie stoelen en zeiden niet zoveel meer. Ik keek vaak somber en dan vroegen mensen of ik boos was, maar ik zat gewoon in gedachten en voelde me niet blij meer. We luisterden naar muziek en maakten af en toe een opmerking naar elkaar. Iedereen zat in z’n eigen trip.

Een aantal actieve Kwink bezoekers kraakten Villa Van der Heem en begonnen daar de Oranje Vrijstaat. Dat was een initiatief van kabouter Roel van Duijn, die pleitte voor een beter milieu en een leven in harmonie met de natuur. Er ontstonden communes en Villa Van der Heem werd het stadhuis. Ed Wagemans was erbij betrokken en nog een paar anderen. Ik hield me niet bezig met politiek, maar zag Villa Van der Heem als een vrijplaats  waar we konden blowen, trippen en muziek maken. Klub Kwink kwam op de achtergrond en door mijn bommenavontuur (zie mijn boek: ‘Het bommenmeisje’, geschreven onder  pseudoniem Catharina Windemeijer) veranderde mijn leven zo totaal dat ik de fase waarin Klub Kwink overging naar het Oosteinde niet meer echt heb meegemaakt. Ik ben daar nog wel een enkele keer geweest, maar ik wilde niet meer met mijn oude leven geconfronteerd worden. Ik vond andere vrienden, hoewel het nog enkele jaren geduurd heeft voor ik kon stoppen met blowen en speed gebruiken. Marian verloor ik zoals zoveel anderen uit het oog. Ik heb haar jaren later nog eens ontmoet maar we hadden niets meer gemeen.

Er ontwaken zoveel herinneringen nu ik over deze oude tijd schrijf en er komen zoveel gezichten en namen in mijn geest omhoog, zoals die van Zollie en Ger en de broertjes Dobbe, Theo van der Aa en Johan van Boven … en nog zoveel anderen. Het is leuk om terug te denken aan die tijd van vroeger en oude bekenden te ontmoeten om met elkaar herinneringen op te halen. Daarom vind ik het zo leuk dat er een boekje wordt gemaakt over de Voorburgse scene in de 60- en 70er jaren en dat ik daar middels dit stukje aan mag bijdragen.

Klub Kwink was ooit een tweede thuis voor mij. Ik ben er gevormd en heb nog altijd mooie herinneringen aan die tijd.